Ondanks Bijbelapps blijft vraag naar fysieke Bijbels groot

Leestijd: 3 minuten

Ja, ik help mee om Bijbels te verspreiden

Steeds meer mensen gebruiken een smartphone. Om hun bankzaken te regelen, het nieuws te volgen, hun stappen te tellen of om recepten op te zoeken. Digitalisering dringt door tot veel terreinen van ons leven. Ook bij het lezen van de Bijbel. Bijbelapps maken het mogelijk om altijd en overal de Bijbel te openen.

Digitalisering is ook in Kenia al lang geen vreemd woord meer. Ongeveer de helft van de bevolking gebruikt regelmatig een smartphone en dat aantal stijgt alleen maar. Louiza Mwalekwa, directeur
van Bible League Kenia, vertelt over de impact die dit heeft op het werk van Bible League. “Veel mensen die in de afgelegen gebieden wonen, hebben geen smartphone. In sommige gebieden is zelfs nog helemaal geen stroom”, vertelt ze. “Bible League is juist in dat soort gebieden werkzaam.”

Voordat Bible League ergens Project Filippus start, wordt eerst onderzocht wat de noden zijn. “We richten ons op die gebieden waar de nood het hoogst is, waar mensen anders niet of nauwelijks
toegang tot de Bijbel hebben, bijvoorbeeld omdat ze geen geld hebben om een eigen Bijbel aan te schaffen, laat staan een smartphone. Al het geld dat ze hebben gaat op aan rondkomen en om kinderen naar school te laten gaan. Soms hebben ze zelfs niet genoeg om dagelijks te eten.”

Ook al is Kenia goed ontwikkeld, toch leeft zo’n 36% van de bevolking onder de armoedegrens. De kans dat ieder huishouden een eigen mobiele telefoon bezit, met daarop een Bijbelapp die actief gelezen wordt, lijkt de komende jaren een illusie. “De vraag naar fysieke Bijbels blijft dan ook onverminderd groot.”

Toch gaat digitaliseren niet alleen over Bijbellezen. Tijdens corona moesten veel activiteiten stoppen of in aangepaste vorm verdergaan. Het samenkomen van groepen, zowel voor Bijbelstudie als zondagse diensten, moest een tijdlang vooral online gebeuren. Maar zodra de restricties vervielen, werden de fysieke bijeen komsten meteen weer opgepakt. “We maken alleen gebruik van online kanalen, wanneer het echt niet anders kan,” vertelt Louiza. “We merken dat er bij fysieke bijeenkomsten meer interactie is en meer persoonlijke verbinding en betrokkenheid ontstaat. Tijdens Project Filippus wordt er van hart tot hart gesproken en ontstaan diepe relaties, dat werkt fysiek toch beter dan online. Zeker wanneer online aanwezig zijn voor velen al helemaal niet mogelijk is.”

Paulus benadrukte al in zijn Hebreeënbrief hoe belangrijk persoonlijke relaties tussen gelovigen zijn. ‘En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.’ (Hebreeën 10:24-25)
“Dat gold niet alleen voor de eerste christenen in die tijd, maar ook voor de deelnemers van de Bijbelstudiegroepen vandaag de dag. Digitalisering biedt hulp in geval van nood en werkt soms ondersteunend, maar kan de toegevoegde waarde van samenkomen en Gods Woord bestuderen niet vervangen.”