Leestijd: 2 minuten

Anand groeide op in een arm gezin in een dorp in het zuiden van India. Nadat hij op zeer jonge leeftijd gedwongen werd de school te verlaten, zwierf hij door de buurt en sloot vriendschap met de verkeerde mensen. Hij dronk, gokte en zocht ruzie met mensen. Hij werd populair in zijn dorp, maar om de verkeerde redenen. Hij kreeg de bijnaam “Dadha”, wat schurk betekent.

Het duurde niet lang voordat hij ook een handhaver was. Het was zijn taak om te voorkomen dat christenen zouden evangeliseren. Net als Saulus vóór zijn bekering op de weg naar Damascus, haatte hij gelovigen.

“Ik zou ze wegjagen en bedreigen. Ik heb ze vaak aangevallen.” Hoe meer hij hen vervolgde, hoe onrustiger hij werd. Hun liefde voor anderen, ongeacht wat zijn hart zei. Hij besloot gelovig te worden.

Na zijn bekering dook Anand onder. Vanwege zijn reputatie wist hij dat het nieuws van zijn bekering zich als een lopend vuurtje zou verspreiden. God beschermde hem voor de tegenstand van familie en vrienden.

Hij wilde God met heel zijn hart dienen, maar wist niet hoe. Het was dus een zucht van verlichting toen een paar van zijn christelijke vrienden hem hielpen om deel te nemen aan de Gemeentestichter training. Daar leerde hij de Bijbel kennen.

“God diende me terwijl ik huilde om zijn genade te zoeken. Mijn ruwe buitenkant brokkelde af. Mijn verleden achtervolgde me. Maar God schonk me de overwinning over ze allemaal.”

Project Filippus en de Gemeentestichter training hebben het leven van Anand veranderd. Hij straalt: “Bedankt dat je me de Bijbel hebt gegeven. Het is de eerste keer dat ik de Bijbel lees.”

Help je mee?

Anand vervolgde christenen als zijn werk. Totdat hij steeds onrustiger werd om dit te blijven doen. Hij komt tot geloof, maar dan moet hij zelf onderduiken. De Bijbel en de trainingen veranderen zijn leven. Veel christenen in India worden vervolgd, maar ondanks dat willen ze niks liever dan het Evangelie verder verspreiden. Help jij mee?

Ja, ik help mee!